DE DOEDELZAK

Er zijn een kleine tweehonderd verschillende doedelzaktypes (met even zoveel verschillende namen) bekend, verspreid over heel Europa, Noord-Afrika, het Nabije Oosten en India, elk met streekgebonden kenmerken. Afgezien van het klankopwekkingsprincipe dat bij alle types min of meer gelijk is, kunnen de onderlinge verschillen in klankkleur, speeltechniek, bouw, e.d. enorm zijn: de Ierse "uilleann pipes" vertonen weinig overeenkomst met de Bulgaarse "gaida" en vergeleken met de "xirimia" (Balearen) lijkt de Franse "musette de cour" van een andere wereld.

EnkelrietAlle doedelzakken bestaan uit een luchtreservoir (een leren zak) waarin meerdere, d.m.v. een riet klinkende pijpen bevestigd zijn. Los van puur optische zaken kan men typologisch een zeer grove tweedelingmaken. In West - Europa vindt men meestal een konische speelpijp met een dubbelriet, één tot drie cilindrische bourdonpijpen met een enkelriet, en een vulpijp die met de mond aangeblazen wordt. In Oost-Europa is een cilindrische speelpijp met een enkelriet gangbaar, terwijl ook hier de bourdons (één of twee) meestal cilindrisch zijn met een enkelriet en het instrument met de mond aangeblazen wordt. De zak wordt of via een met de mond aangeblazen vulpijp, of via een blaasbalgje met lucht gevuld.

Dubbelriet

Dat het grote publiek bij het horen van het woord doedelzak onmiddellijk aan Schotland denkt, is niet verwonderlijk. De Schotse regimenten van het British Empire gebruikten sinds de 17e eeuw in de militaire muziek hun eigen doedelzak (die daarom ook "warpipes" genoemd werd). Zo raakte dit instrument over de hele wereld verspreid en treft men het anno 1996 in de meest onverwachte situaties aan (zie bijvoorbeeld de erewacht van Yasser Arafat!). Bovendien verlieten tijdens de emigratiegolf van de jaren twintig 1,25 miljoen Schotten hun vaderland om zich in andere -engelstalige- delen van de wereld te vestigen. En zoals bekend: emigranten zijn de fanatiekste conservators van de traditie!